3.02. Meten en vastleggen leerlingresultaten
Meten en vergelijken van leerprestaties is nodig. Observaties en toetsen zijn nodig
om per school, per groep en per kind te zien hoe het leer- en ontwikkelingsproces
verloopt. Het geeft de leraar houvast om te beoordelen of de leerstof goed wordt
verwerkt en of er veranderingen nodig zijn in het aanbod van de lessen of de
manier en het tempo van lesgeven. Het is ook nodig om te onderzoeken welke
leerlingen extra begeleiding, speciale aandacht of hulp nodig hebben en zo ja, op
welke punten.
Alle scholen van Proloog gebruiken hetzelfde leerlingvolgsysteem.
Ook zijn er afspraken gemaakt over welke toetsen en observaties er in ieder geval
moeten worden afgenomen. Er is gekozen voor een wetenschappelijk verantwoord
toets instrumentarium.
Leerlingvolgsysteem
Onze scholen toetsen regelmatig de volgende onderdelen:
• Taalontwikkeling en wiskundige oriëntatie in de kleutergroepen
• Technisch lezen
• Begrijpend lezen
• Rekenen en wiskunde
• Spelling
• Toets voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling
• Een verplichte Eindtoets (uitgezonderd De Trilker)
Facultatief kan de school gebruik maken van:
• Entreetoetsen in de groepen 6 en/of 7
• Drempeltoetsen in groep 8
• Toetsen woordenschat (Cito)
De hierboven genoemde en gevalideerde toetsen meten de resultaten, los van de
eigen leermethodes van de school. Het geeft de school een goed beeld van de
leeropbrengsten. Bovendien kunnen zij de testresultaten vergelijken met de
resultaten van vergelijkbare scholen.